De watersalamander is een interessante amfibie die vaak te vinden is in vochtige omgevingen zoals vijvers, beken en moerassen. Deze salamander heeft een prachtig uiterlijk en speelt een belangrijke rol in het ecosysteem van water- en landgebieden. In deze blog lees je meer over de watersalamander, hoe je hem kunt herkennen en waar je hem kunt vinden.
Kenmerken van de watersalamander
De watersalamander is een vrij grote salamander die meestal een lengte van 10 tot 20 centimeter bereikt, maar sommige exemplaren kunnen zelfs langer worden. Deze amfibie heeft een slank, langwerpig lichaam met een vrij gladde huid die meestal zwart van kleur is. Wat de watersalamander zo bijzonder maakt, is de helder gele of oranje vlekken op zijn rug en de onderkant van zijn lichaam. Deze kleuren patronen variëren van dier tot dier, maar de vlekken zijn vaak goed zichtbaar en geven de salamander een opvallende uitstraling.
Watersalamanders hebben een relatief grote kop in verhouding tot hun lichaam, met een scherpe snuit. Ze hebben vier korte poten die hen helpen om snel over de bodem van het water te bewegen of zich voort te trekken langs gras en waterplanten. Ook hun staart is lang en helpt hen bij het zwemmen.
Waar komt de watersalamander voor?
De watersalamander is te vinden in verschillende delen van Europa, waaronder Nederland en België. Ze geven de voorkeur aan vochtige omgevingen, zoals vijvers, rivieren, moerassen en beken, waar ze voldoende water en schuilplaatsen kunnen vinden. Deze salamander heeft een sterke voorkeur voor helder, rustig water, waarin het gemakkelijker is om voedsel te vinden en zich te verstoppen voor roofdieren.
In Nederland komt de watersalamander voor in natuurgebieden en wordt hij vaak aangetroffen in het oosten en zuiden van het land. Omdat ze gevoelig zijn voor vervuiling, komen ze het vaakst voor in schoon en goed beheerd water. Je zult de watersalamander niet vaak tegenkomen in drukke stedelijke gebieden, omdat de vervuiling daar meestal te hoog is.
Gedrag en voeding
De watersalamander is een nachtactief dier, wat betekent dat hij meestal ’s nachts op zoek gaat naar voedsel. Overdag verbergt de salamander zich onder waterplanten, stenen of in holtes langs de oever, waar hij veilig is voor roofdieren. De watersalamander eet voornamelijk kleine ongewervelde dieren, zoals insectenlarven, kleine visjes, wormen en kleine kreeftachtigen. Hij gebruikt zijn scherpe tanden om zijn prooi vast te grijpen en naar binnen te werken.
Omdat de watersalamander een goede zwemmer is, kan hij gemakkelijk door het water bewegen op zoek naar voedsel. Zijn lange staart helpt hem hierbij, en hij kan snel naar de bodem duiken om zich te verstoppen als hij zich bedreigd voelt.
Voortplanting van de watersalamander
De voortplanting van de watersalamander vindt meestal plaats in het voorjaar. Het vrouwtje legt haar eieren in het water, vaak in de buurt van waterplanten, waar ze zich kunnen vastklampen. De eieren zijn klein en transparant, en na een paar weken komen de larven uit. De larven, die eruit zien als kleine visjes, leven in het water en ontwikkelen zich langzaam tot volwassen salamanders. Gedurende deze tijd zijn de larven helemaal afhankelijk van het water voor hun ademhaling en voeding.
Na een tijdje veranderen de larven in volwassen salamanders en verlaten ze het water om hun leven op het land voort te zetten, hoewel ze vaak terugkeren naar het water om te eten of zich voort te planten. De transformatie van larve naar volwassen salamander wordt een ‘metamorfose’ genoemd en is een van de fascinerende aspecten van hun levenscyclus.
