De kleine watersalamander is een bijzonder en klein amfibie dat veel voorkomt in Nederland. Met een gemiddelde lengte van 7 tot 11 centimeter is hij niet meteen opvallend, maar tijdens het voortplantingsseizoen verandert dat. Vooral de mannetjes krijgen dan een felgekleurde buik en een indrukwekkende gegolfde rugkam, die ze gebruiken om vrouwtjes aan te trekken. Buiten deze periode verdwijnt de rugkam, en nemen de mannetjes, net als de vrouwtjes, een eenvoudig bruine kleur aan, die hen goed helpt om te camoufleren in hun omgeving. De kleine watersalamander leeft in zowel water als op het land, en zijn leefwijze en levenscyclus maken hem tot een onmisbare en interessante soort in het Nederlandse ecosysteem.
Een veelzijdige leefomgeving
De leefomgeving van de kleine watersalamander bestaat vooral uit gebieden met stilstaand of langzaam stromend water, zoals vijvers, sloten en poelen. Dit zijn voor hem perfecte plekken om zich voort te planten en om voedsel te vinden. In de winter, wanneer het kouder wordt, trekt de kleine watersalamander zich terug op het land. Hij zoekt dan schuilplekken onder bladeren, stenen of houtstapels, waar hij veilig kan overwinteren. In de lente keert hij terug naar het water om een partner te zoeken en zich voort te planten. Het vrouwtje legt tijdens het voortplantingsseizoen ongeveer 100 tot 300 eitjes, één voor één afgezet op waterplanten, waarbij ze elk eitje zorgvuldig omhult met een blad om het te beschermen tegen roofdieren. Door de eitjes over een periode van weken te leggen, vergroot ze de kans dat een deel van de jonge salamanders het overleeft en zich verder kan ontwikkelen.
Het belang van een baltsdans
De paring van de kleine watersalamander begint met een bijzondere baltsdans. Het mannetje benadert hierbij het vrouwtje en laat zijn rugkam en felle kleuren zien, wat hij combineert met het wapperen van zijn staart. Tijdens deze baltsdans verspreidt hij geuren en feromonen om haar aandacht te trekken en haar te laten weten dat hij een geschikte partner is. Het vrouwtje volgt hem dan en toont hiermee haar interesse, waarna de paring plaatsvindt. De baltsdans is belangrijk, omdat deze helpt om alleen de meest geschikte partners te selecteren, wat belangrijk is voor sterke en gezonde nakomelingen. Dit ritueel geeft ook aan hoe goed het mannetje in staat is om te overleven in zijn omgeving, wat belangrijk is voor de voortzetting van de soort.
Overleven met aanpassingsvermogen
De kleine watersalamander heeft indrukwekkende overlevingsstrategieën. Een bijzonder kenmerk is zijn vermogen om lichaamsdelen zoals staarten en poten te laten aangroeien als hij deze door een aanval of ongeluk verliest. Dit regeneratievermogen geeft hem een grote kans om te herstellen van verwondingen en opnieuw sterker verder te gaan. Daarnaast ademt de kleine watersalamander niet alleen met zijn longen, maar ook via zijn huid. Dit stelt hem in staat om zuurstof op te nemen terwijl hij zich onder water bevindt, wat vooral handig is als hij langere tijd in het water wil blijven zonder naar het oppervlak te komen.
De kleine watersalamander is ook een indicatorsoort. Dit betekent dat zijn aanwezigheid een goed teken is voor de gezondheid van het water waarin hij leeft, omdat hij alleen kan overleven in schoon en zuurstofrijk water. Door hem in een omgeving aan te treffen, weet je dat er weinig tot geen vervuiling aanwezig is, wat hem tot een belangrijke graadmeter maakt voor de kwaliteit van onze wateren. Deze salamander leeft voornamelijk in gebieden waar hij ’s nachts veilig op jacht kan gaan. Overdag verbergt hij zich onder stenen en bladeren om niet op te vallen voor roofdieren en zichzelf te beschermen. In de schemering en ’s nachts komt hij tevoorschijn en gaat hij op zoek naar kleine insectenlarven, slakken en wormpjes, die hij behendig vangt met zijn snelle tong.
Een bijzondere levenscyclus
De levensduur van de kleine watersalamander ligt in het wild rond de 6 tot 10 jaar, afhankelijk van de omstandigheden en de beschikbaarheid van voedsel en veilige schuilplaatsen. Hoewel veel jonge salamanders ten prooi vallen aan roofdieren, heeft deze soort een lange en interessante levenscyclus. Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes, waaruit kleine larven komen. Deze larven hebben kieuwen, waarmee ze onder water kunnen ademen, en doorlopen enkele maanden een ontwikkelingsfase in het water. Na ongeveer drie maanden ontwikkelen ze longen en verdwijnen de kieuwen, waarna ze het water kunnen verlaten om zich ook op het land verder te bewegen en te ontwikkelen. Uiteindelijk worden ze volwassen en keren ze terug naar het water om de cyclus opnieuw te laten beginnen.
De kleine watersalamander is dus een fascinerend wezen dat niet alleen bijdraagt aan het ecosysteem door kleine prooien te vangen, maar ook een indicator is voor de kwaliteit van onze wateren. Met zijn indrukwekkende aanpassingsvermogen en bijzondere levenscyclus verdient hij zeker onze aandacht en waardering.